Ie moet niet bange wezen
veur hoe de wind soms stiet
Angst is mar veur eben
spiet is veur altied
(D. Lohues)

Het kan van alles zijn: een vinger die licht van het stuur omhoog gaat bij het passeren met de auto op een smalle landweg (moi), een 'hallo' of een knikje..
Ik woon in een (groot) dorp en daar is het best normaal om elkaar te groeten. Het kan me ontroeren, dat kleine gebaar. En door de kennis die ik nu heb, snap ik beter waarom dat zo is.
Deze week las ik een column van Annemiek Schrijver (van De Verwondering) waarin ze dit een 'zoektocht naar nabijheid' noemt. Als tegengif voor achteloosheid en ze noemt het zelfs een nieuwe hobby. Grappig.
(Link naar deze column: 'https://kro-ncrv.nl/column-annemiek-schrijver-zoektocht-nabijheid')
Jan Bommerez weet goed uit te leggen wat dit fysiek met ons doet. Door contact te maken -of het nu een praatje in de winkel is, samen muziek luisteren/ zingen of een moment van uitwisseling op straat- wordt je sociale betrokkenheidssysteem geactiveerd en dat helpt ons zenuwstelsel om zich veiliger en meer ontspannen te voelen.
(Link naar 'https://jeugdtrauma.com/4-gratis-lessen/'om meer hierover te horen)
Als we ervaringen hebben (helemaal als dat al jong in ons leven gebeurde) van onveiligheid, raakt ons systeem 'strak afgesteld'. Dan worden de zogenaamde bevriezing, het vechten of vluchten, een tweede natuur. Dat 'kaapt' als het ware onze manier van denken. En bepaalt de manier waarop we de wereld waarnemen via emoties en sensaties. Maar onze eerste en echte natuur is - net als die van dieren en planten- gebaat bij verbinding en we worden mens in contact met een ander. En dat begint al met een groet.